Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de vorderingen die geboekt worden binnen het Comité voor Internationale Coördinatie (CIC) en het gewestelijk ontwikkelingssamenwerkingsbeleid.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 376)

 
Datum ontvangst: 12/02/2021 Datum publicatie: 23/04/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 20/04/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
16/03/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Enige tijd terug mocht ik u reeds ondervragen omtrent de oprichting en werking van het Comité voor Internationale Coördinatie (CIC), alsook omtrent enkele andere aspecten binnen het gewestelijk beleid inzake ontwikkelingssamenwerking (cf. schriftelijke vragen nr. 102, nr. 158 en nr. 258).

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

- Kan u een overzicht geven van de werkzaamheden die het CIC geleverd heeft het afgelopen jaar? Hoe vaak is dit comité samengekomen in 2020? Kan u de deelnemers aan deze verschillende vergaderingen nader toelichten? Welke kosten waren hieraan verbonden (zowel operationeel als qua zitpenningen) en welk budget maakt u hiertoe vrij in 2021?
- Welke aanbevelingen, opmerkingen of bezorgdheden zijn er reeds voortgekomen uit het CIC? Op welke manier werd dit vervolgens geïntegreerd in het beleid ter zake?
- Hebt u inmiddels de mogelijkheden onderzocht om dit comité uit te breiden met actoren van de andere gewesten of de federale overheid? In hoeverre werden deze actoren reeds uitgenodigd in het kader van specifieke dossiers?
- Op welke manier heeft u de werking van het CIC reeds geëvalueerd? Welke parameters werden hierbij in rekening genomen? Welke vaststellingen of conclusies vloeiden reeds voort uit deze evaluatie?
- Op welke manier heeft het CIC tot op heden een wisselwerking en kruisbestuiving onderhouden met het Brussels Gewestcomité voor Ontwikkelingssamenwerking (BGO)? Hoe evalueren beide organen deze wisselwerking zelf?
- Kan u een overzicht geven van de werkzaamheden die het BGO geleverd heeft het afgelopen jaar? Welke nieuwe partnerschappen werden in 2020 afgesloten? Welke vorderingen of gemeenschappelijke acties staan gepland voor 2021? Op welke manier zorgt u ervoor dat de jaarverslagen van het BGO tijdig opgeleverd kunnen worden voor 2021, zoals gestipuleerd in de betrokken ordonnantie? In hoeverre heeft dit comité bijgedragen tot de berekening van het Bruto Regionaal Inkomen en de berekening van de 0,7%-norm?
 
 
Antwoord    Zoals ik ook reeds aangaf in mijn antwoord op uw eerdere schriftelijke vraag nr. 257 wordt het CIC voorgezeten door mezelf als Staatssecretaris voor Internationale Betrekkingen en bestaat het comité uit de leden van mijn kabinet, het kabinet van de Minister-President en van de Minister bevoegd voor het Imago van Brussel, alsook uit de leidinggevenden van Brussels International, hub.brussels, visit.brussels en het Commissariaat voor Europa en Internationale Organisaties(CEIO).

Het CIC komt ongeveer iedere 1,5 maand bijeen, maar er wordt in wezen rekening gehouden met de internationale agenda van de deelnemende actoren om het exacte tijdstip en de noodzaak aan een overleg in te plannen.

Ik herhaal me wanneer ik u ook opnieuw bevestig dat het CIC een volledig budgetneutraal initiatief is. Door versterkte coördinatie en samenwerking zou dit initiatief veeleer moeten resulteren in efficiëntiewinsten, het vermijden van dubbel werk en dus het uitsparen van middelen. Ik heb dus ook geen enkel budget hiervoor vrijgemaakt in 2021, noch heb ik enige operationele kost gehad voor de organisatie van voorbije vergaderingen, laat staan dat er zitpenningen betaald zouden worden aan de deelnemers.
Het CIC kwam in 2020 vijf keer samen en behandelde een brede waaier aan projecten, missies of acties zoals bijvoorbeeld de Brussels Days, de MIPIM-beurs in Cannes, de missie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest naar Kinshasa en Marokko, de aanwerving van nieuwe economische en handelsattachés, de prinselijke missies, de staatsbezoeken, de diplomatieke dagen, de lancering van een nieuwe citymarketingstrategie, de creatie van een nieuw merk voor de Europese buurt, de opening van de eerste Brussels Houses, of de vaccinatiestrategie ten aanzien van de internationale Brusselaars. Het spreekt voor zich dat door de uitbraak van de coronapandemie veel van de bovengenoemde evenementen uitgesteld of afgelast werden.
Het CIC formuleert geen aanbevelingen. Het is een orgaan voor uitwisseling van informatie, het gezamenlijk organiseren van acties en het onderling afstemmen van handelingen en budgetten.

Het CIC werd op zijn eerste vergadering van dit jaar door de eigen deelnemers geëvalueerd, meer bepaald in de context van de kaderconventie die de samenwerking tussen de vier betrokken administraties vastlegt. Het akkoord legt verbintenissen vast voor versterkte samenwerking op een reeks uiteenlopende domeinen gaande van samenwerking op specifieke projecten; de wederzijdse deelname aan denkoefeningen over de actieplannen en uitwerking van strategieën voor prioritaire sectoren; samenwerking tussen de netwerken in het buitenland (met name het netwerk van de economische en handelsattachés en dat van de toeristische attachés) en de ter beschikkingstelling van hun diensten en expertise aan de missies van Brussels International en de opdrachten van het CEIO; de versterking van de aantrekkelijkheid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het formuleren van een gecoördineerde strategie met het oog op de opwaardering van de culturele, creatieve, evenementgerichte, economische en toeristische troeven van Brussel; samenwerking om de rol en het statuut als hoofdstad van Europa te bestendigen; de terbeschikkingstelling van gegevens inzake de analyse van de Brusselse economische sector en van de economische belangen van het gewest; of de samenwerking rond het aantrekken en verwerven van toegang tot Europese financiering en die doeltreffend te benutten.
De eerste jaargang van het CIC werd in dat verband alvast positief geëvalueerd.

Zoals reeds vermeld in mijn antwoord op schriftelijke vraag nr. 257 bestaan er geen intenties om deze coördinatieraad structureel uit te breiden met actoren van de andere gewesten of de federale overheid, hetgeen niet verhindert dat voor specifieke initiatieven de vergadering steeds kan worden uitgebreid met de deelname van externe actoren. Mijn standpunt is hier inmiddels niet gewijzigd.

De wisselwerking met het Brussels Gewestcomité voor Ontwikkelingssamenwerking (BGO) is geen kerntaak van het CIC. De hoofdzaak is de samenwerking tussen de vier bovenvermelde administraties te versterken. Indien nodig en relevant zal mijn kabinet tijdens de bijeenkomsten van het Brussels Gewestcomité de deelnemers evenwel inlichten over internationale acties die betrekking hebben op ontwikkelingssamenwerking. BGO-deelnemers worden daarbij aangemoedigd om hun opmerkingen met betrekking tot deze acties te delen. Vervolgens wordt er teruggekoppeld naar de eerstkomende coördinatievergadering van het CIC. Zowel mijn kabinet en Brussels International (beiden vertegenwoordigd op de twee vergaderingen) treden daarbij op als tussenpersonen.

Het BGO is in 2020 tweemaal bijeengekomen (in juli en december), zoals bepaald in het desbetreffende uitvoeringsbesluit. Naast de gebruikelijke gedachtewisselingen over de nieuwe acties van de verschillende leden, werden vier belangrijke dossiers besproken: 1) de presentatie van het jaarverslag 2019 en de voorbereiding van het verslag 2020; 2) de oprichting van een praktijkgemeenschap, op basis van de analyse van concrete casestudy's, om een dialoog op gang te brengen over het delen van goede praktijken, maar ook over het vermijden van reeds ondervonden moeilijkheden; 3) de presentatie van het PLATFORMA-netwerk, het netwerk van Europese lokale overheden die actief zijn op het gebied van ontwikkelingssamenwerking; 4) de voorbereiding van de campagne "Maak van Brussel een Fair Trade Gewest", die in 2021 van start zou moeten gaan.
De leden van het BGO zijn zich in 2020 blijven mobiliseren zoals zij dat in 2019 hadden gedaan. We noteren de eerste deelname van VIVAQUA en talent.brussels.

De zeer bijzondere context van de eerste reeks van beperkende maatregelen in 2020 heeft geleid tot een vertraging van enkele weken bij de toezending van het jaarverslag aan het Parlement. We hopen dat de termijn van 31 mei dit jaar kan worden gehaald, ook al is de situatie op het gebied van telewerk nog steeds zeer gecompliceerd.

Gezien de impact van COVID-19 op de concrete projecten van de Brusselse ontwikkelingssamenwerking en andere leden van de BGO, maar ook op de administratieve organisatie ter ondersteuning van deze projecten, was het geen prioriteit in 2020 om aan een aangepaste alternatieve indicator voor het bruto nationaal inkomen te berekenen op het niveau van het Brussels Gewest. In 2021 werd prioriteit gegeven aan de rapportering van de Brusselse ontwikkelingshulp aan de federale regering, volgens de normen van de Commissie voor officiële ontwikkelingshulp van de OESO.