Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de ketenaanpak omtrent intrafamiliaal geweld en de rol van Family Justice Centers in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 531)

 
Datum ontvangst: 14/01/2021 Datum publicatie: 12/05/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 10/05/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
29/03/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    In de beleidsverklaring staat te lezen dat de Brusselse Regering de strijd wil aanbinden met alle vormen van geweld en discriminatie. In een van de daaropvolgende passages stelt men het volgende: “[De Regering wil] de opvang van slachtoffers van partnergeweld verbeteren en het beleid inzake geheime vluchthuizen voor vrouwen versterken in samenwerking met de andere gewesten.”

De strijd tegen partnergeweld en alle andere vormen van intrafamiliaal geweld verdient inderdaad een kordate aanpak binnen ons Gewest. Bovendien waarschuwt men tevens sinds het begin van de coronacrisis al voor een toename van het aantal gevallen, onder meer omdat tijdens de afgelopen lockdownperiode verschillende uitlaatkleppen wegvielen.

In Vlaanderen bestaan hieromtrent reeds de zogeheten ‘Family Justice Centers’ van Veilig Thuis, de koepelterm voor initiatieven in verschillende Vlaamse regio’s die zich richten op gezinnen waar meermaals geweld voorkomt, sprake is van een meervoudige problematiek of onveiligheid is voor directe en indirecte slachtoffers (zoals kinderen). Veilig Thuis is een samenwerkingsvorm tussen diensten die werken met gezinnen waar er geweld is. Vaste partners zijn politie, parket, Centrum Algemeen Welzijnswerk (CAW), jeugdbescherming, OCMW… Eén van de mogelijke oplossingen daarbij bestaat uit het voorzien van een zogeheten ‘Family Justice Center’, waar verschillende diensten op één plek gevestigd worden. De kern van het concept is om slachtoffers een beter, gecoördineerde dienstverlening aan te bieden. Het doel is om geweld te stoppen en verdere escalatie te voorkomen.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

- Omtrent de problematiek van huiselijk en intrafamiliaal geweld, welke taakverdeling wordt daarbij gehanteerd tussen de bevoegdheden rond Preventie en Veiligheid enerzijds en Gezondheid anderzijds?
- Hebben jullie reeds opdracht gegeven om te onderzoeken of er ook in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een Family Justice Center kan worden opgericht? Zo ja, welke organisaties werden hierbij betrokken (zowel qua medewerking aan het onderzoek als naar medewerking rond een eventuele oprichting van een dergelijk centrum) en welke bevindingen of conclusies kwamen hieruit voort? Indien deze positief waren: welke stappen werden er reeds genomen richting de oprichting van een Family Justice Center? Welke locaties komen hiervoor in aanmerking? Welke middelen zal het Gewest en/of de GGC hiertoe vrijmaken? Zal er hieromtrent een convenant worden gesloten tussen de verschillende betrokken actoren?
- Welk structureel overleg bestaat er omtrent deze problematiek tussen de intra-Brusselse taskforce omtrent huiselijk en familiaal geweld dat onder de bevoegdheid Gelijke Kansen van Staatssecretaris Nawal Ben Hamou werd opgericht en de GGC? Welke andere actoren of organisaties worden hier eveneens bij betrokken? Welke vaststellingen of bezorgdheden komen hieruit voort?
- Welk structureel overleg bestaat er omtrent deze problematiek tussen het Brussels gewestelijk niveau / de GGC en het federale niveau en de andere Gemeenschappen? Kunnen jullie duiden wat er daarbij op de agenda staat bij deze besprekingen?
 
 
Antwoord    Zoals bleek uit de analyse van het Brussels Observatorium voor Preventie en Veiligheid rond COVID19 en familiaal geweld, legt de huidige gezondheidscrisis de pijnpunten rond familiaal geweld in diverse domeinen bloot. De nood om samenwerking tussen de sectoren wordt zo nog benadrukt.

Uit onderzoek bleek dat in complexe gevallen van familiaal geweld overleg tussen de diensten dermate cruciaal is dat het escalaties tot heel ernstig geweld en feminicide kan voorkomen.


Ik heb in het Brussels plan dan ook een maatregel opgenomen rond de intersectorale aanpak van familiaal geweld. Deze aanpak bestaat erin om in complexe gevallen van familiaal geweld, binnen een welomschreven wettelijk kader overleg te organiseren tussen actoren betrokken bij één situatie van familiaal geweld: organisaties uit het werkveld, politie, parket, opvangcentra, sociale diensten, justitiehuizen, enz.

De bedoeling is om eerst van start te gaan met een pilootproject hierrond, binnen een beperkte geografische scope (bijvoorbeeld 1 politiezone) en voor een bepaalde periode (bijvoorbeeld 1 jaar).

Dit project zal zich laten inspireren door wat er gebeurt in de andere landsdelen (o.m. de initiatieven die u vermeldt), zonder er een kopie van te zijn. Wat de initiatiefnemers van het project willen, is namelijk een project op maat van Brussel, geënt op de structuren van ons Gewest en met respect voor de eigenheden van de Brusselse context.

Deze maatregel wordt gecoördineerd door Brussel Preventie en Veiligheid en equal.brussels, die een “kerngroep” voorzitten met het Parket, de politiezone Brussel-Hoofdstad-Elsene, de justitiehuizen en enkele vertegenwoordigers van het werkveld. Al een twintigtal organisaties ondertekende een “intentieverklaring” waarmee ze hun interesse voor het project bevestigden, en momenteel werken BPV en equal.brussels aan een voorstel voor timing en taakverdeling voor de volgende stappen.

Er is momenteel geen onderzoek naar het oprichten van een Family Justice Center gepland. Het is belangrijk om te benadrukken dat de werking van een FJC veel verder reikt dan enkel intersectorale samenwerking: in zo’n centrum werken de diensten op 1 plek met elkaar samen, het vergt dus een grote omslag in hun huidige werking. Naar een multidisciplinair centrum toewerken zou één van de conclusies kunnen zijn van het pilootproject intersectorale aanpak, maar dat is volledig afhankelijk van de evaluatie van dat project.

Wat betreft de intra-Brusselse task force: deze vergadering is in februari voor het laatst samengeroepen, met vertegenwoordigers van de kabinetten Ben Hamou, Maron-Trachte en Vervoort, CAW, Centre de prévention des violences conjugales et intrafamiliales en de vereniging voor opvanghuizen AMA. Tijdens deze vergadering:
· is het initiatief besproken om apothekers te betrekken in de strijd tegen familiaal geweld,
· werd feedback verzameld over het project om een meertalige brochure rond intrafamiliaal geweld te creëren,
· is de studie van het Brussels Observatorium Preventie en Veiligheid rond COVID19 en huiselijk geweld besproken.


Via deze samenkomst bestendig ik dus ook de contacten met de collega’s die via de GGC rond familiaal geweld werken.


Betreffende de contacten met de andere gemeenschappen en gewesten: deze vinden plaats op verschillende manieren:
· Via de Interministeriële conferenties Vrouwenrechten. Hier heeft het thema ‘geweld’ een prominente rol gekregen o.m. door de gevolgen van de COVID-crisis.

· Via het Nationaal Actieplan Gendergere-lateerd Geweld, dat gecoördineerd wordt door het Instituut voor Gelijkheid tussen Vrouwen en Mannen. Zij werken momenteel aan de voorbereiding van een nieuw actieplan, waarbij equal.brussels instaat voor de linken met het Brussels actieplan geweld op vrouwen.


Het Globaal Veiligheids- en Preventieplan (GVPP), waarvan de Brusselse regering onlangs de tweede uitgave voor de periode 2021-2024 heeft goedgekeurd, besteedt in dit verband onder het thema fysieke en psychische menselijke integriteit aandacht aan de problematiek van intrafamiliaal geweld. Zo is er een maatregel M1.4 in opgenomen, die luidt als volgt: “Wat intrafamiliale en seksuele geweldplegingen betreft, zorgen voor continuïteit en coördinatie bij het opsporen en opvangen van de slachtoffers, door laagdrempelige opvang- en steunregelingen aan te bieden, door voor hun veiligheid te zorgen, door een interdisciplinaire follow-up van de verschillende aspecten van de situatie te garanderen”.

Deze intersectorale aanpak, die kadert in het Globaal Plan, sluit aan bij de actieprincipes van het plan, meer bepaald een integrale benadering, een geïntegreerde werkmethode en een inclusieve benadering. Zo zullen zowel de actoren van de preventie- en veiligheidsketen als de actoren van de gezondheidssector die te maken krijgen met situaties van intrafamiliaal geweld binnen de lijnen van hun respectieve mandaten bij het overleg worden betrokken teneinde samen te komen tot alomvattende oplossingen om de veelzijdige oorzaken en gevolgen van intrafamiliaal geweld aan te pakken.