Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de klassering van het gebouw gelegen aan de Paul Deschanellaan 20 te Schaarbeek

Indiener(s)
Latifa Aït Baala
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 457)

 
Datum ontvangst: 06/05/2021 Datum publicatie: 19/07/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 01/07/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
01/06/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Op de laatste agenda van de Ministerraad stond het volgende punt: Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot het inleiden van de procedure voor de klassering als monument van het volledige gebouw gelegen aan de Paul Deschanellaan 20 te Schaarbeek (BHR-PS-60.72107).

- Op grond van welke criteria zal dit gebouw worden geklasseerd?
- Uit welke periode dateert het en wie is de architect?
- Welke voordelen biedt deze klassering?
- Welke stappen zijn achter de rug en welke moeten nog volgen in de procedure?
- Kunt u mij een gedetailleerd tijdsschema geven voor deze toekomstige fasen?
 
 
Antwoord    De procedure tot instelling van de bescherming werd geopend wegens de historische en artistieke waarde van het goed. Het huis is een opmerkelijke en representatieve getuige van de Brusselse art-decostijl. Deze uit zich bijvoorbeeld in de gevel die origineel is samengesteld en een bijzondere zorg toont voor zijn decoratie. Deze zorg voor het decoratieve komt niet alleen tot uiting in de gevel, maar is ook te zien in het merkwaardige interieur van het pand. De verschillende ruimten, sommige in art deco, andere in meer traditionele stijl, zijn uitermate verzorgd en uitgevoerd in kwalitatieve materialen.

Het gebouw is een uitstekende getuige van de manier van leven tijdens het interbellum in het Gewest en toont ook de achtergrond van de opdrachtgever door elementen die verwijzen naar zijn Portugese roots.

Het goed is in een perfect onderhouden en goed bewaarde staat, wat op zich al zeldzaam geworden is. Ze heeft dan ook haar authenticiteit en homogeniteit behouden.



De burgerwoning in art-decostijl werd in 1927 gebouwd voor de heer Homem de Macédo, ambassadeur van Portugal, naar een ontwerp van architect E. Vanlerberghe.



De voordelen van een bescherming zijn van verschillende aard. In de eerste plaats is het prestigieus een gebouw te hebben dat tot het merkwaardige erfgoed van het Brussels Gewest behoort. Het is ongetwijfeld een erkenning om tot het selecte kransje van uitzonderlijke gebouwen te behoren.

De eventuele werken die aan een beschermd pand worden uitgevoerd, gebeuren met een opvolging en een begeleiding voor specialisten die deel uitmaken van URBAN.

Tenslotte zorgt de bescherming eveneens voor financiële tegemoetkomingen. De eventuele behoudswerken worden gesubsidieerd door het Brussels Gewest en een vrijstelling van onroerende voorheffing tot 100% kan toegekend worden onder bepaalde voorwaarden, zoals het openstellen van het goed tijdens de Open Monumentendagen.


Op 8 april ll. werd de procedure tot bescherming van de woning ingesteld door de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Na ontvangst van het ondertekende besluit wordt dit ter kennisgeving gestuurd naar de eigenaar, de Gemeente Schaarbeek en de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen. Het besluit wordt door vermelding gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
Binnen de vijfenveertig dagen na de kennisgeving kan de eigenaar zijn opmerkingen met betrekking tot het beschermingsontwerp meedelen. Het college van burgemeester en schepenen kan een advies uitbrengen met betrekking tot het ontwerp, binnen dezelfde termijnen. Deze eventuele opmerkingen en advies worden samen met het beschermingsontwerp voorgelegd aan de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, die op haar beurt vijfenveertig dagen heeft om een advies uit te brengen.

De Regering is gehouden tot een definitieve bescherming over te gaan binnen de twee jaar vanaf de bekendmaking in het Staatsblad van de instelling van de beschermingsprocedure of vanaf de kennisgeving ervan aan de eigenaars indien deze eraan vooraf gaat. Na deze termijn vervalt de procedure.