Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de opstelling van een charter voor burgerparticipatie

Indiener(s)
Marc Loewenstein
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 1094)

 
Datum ontvangst: 16/11/2021 Datum publicatie: 28/01/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 26/01/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
17/12/2021 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag   

In de beleidsnota bij de begroting voor het jaar 2022 wordt gepreciseerd dat het Gewest een charter voor burgerparticipatie opstelt om projecten inzake mobiliteit en de openbare ruimte te begeleiden en tools aanreikt om die participatie te garanderen. Daartoe behoren een IT-platform, panels, rondetafelgesprekken, structurele vergaderingen, tests, "living labs", ....

  1. Kunt u mij zeggen wanneer u dit charter denkt af te ronden en wanneer het zal worden toegepast?

  2. Wat zullen de leidraden van dit handvest zijn?

  3. Zijn er reeds participatieprojecten aan de gang? Zo ja, welke en in welke vorm?

 

 

 
 
Antwoord    Gegeven het feit dat perspective.brussels bezig is een dienst voor gewestelijke participatie op te zetten, is het nuttig te analyseren in welke mate dit charter noodzakelijk blijft binnen Brussel Mobiliteit. Brussel Mobiliteit volgt de opstart van deze dienst van dichtbij.
Brussel Mobiliteit heeft wel al een unieke huisstijl ontwikkeld voor alle communicatie en informatie aan het publiek, via “Join the move”.
Wat de participatieprocessen betreft, zoals geantwoord in een vraag van 22 maart 2020, biedt Brussel Mobiliteit reeds verschillende participatiemomenten aan in haar projecten (workshops, informatievergaderingen, online enquêtes, bottom-upprojecten voor de herbestemming van de openbare ruimte, enz.), gekozen en aangepast naargelang de doelstellingen en de timing. Hier enkele voorbeelden:
· De projectoproepen "Brussel op vakantie" en "Vooruit met de wijk" van Leefmilieu Brussel, die beide bottom-up initiatieven steunen
· De projectoproep "Toe-eigening van de openbare ruimte" biedt de gemeenten de mogelijkheid inrichtingen uit te testen door het mobiliseren van plaatselijke verenigingen, en dus burgers, rondom het project
· De burgerparticipatie die in 2021 voorzien is in de projecten Sainctelette en Keizer Karel, alsook in de geplande projecten in het kader van de SVC, zoals het Koninginneplein (SVC 2), de Parklaan in Sint-Gillis/Vorst (SVC 4), het kruispunt Vandervelde-Bergensesteenweg en het Albert I-plein (SVC3), en de ontwikkeling van de centrale bermen van de Poincarélaan en de Zuidlaan
· Bijeenkomsten om de mobiliteitstestopstellingen aan het publiek te presenteren – bijvoorbeeld een openbare vergadering (digitaal) over de test aan Broustin/Sermon.  
· Participatie in het kader van de LMC (Lokale Mobiliteitscontracten) met het oog op autoluwere wijken. Het grote publiek werd betrokken bij de diagnose in de mobiliteitsstudie en zal ook worden betrokken bij de ontwikkeling van nieuwe verkeersplannen voor de betrokken autoluwe wijken waarvan sprake. Bovendien kunnen ook hier testfasen worden georganiseerd, afhankelijk van de diagnose en de input van de burgers hiervoor.
Brussel Mobiliteit informeert (op zijn minst) de burgers voor elk project waarvoor een stedenbouwkundige vergunning wordt aangevraagd. Voor de grote symboolprojecten zijn participatieworkshops georganiseerd en dat zal ook in de toekomst gebeuren.
Wat de MIVB betreft is de invoering van informatie- en participatieprocessen voor de burgers ook niet nieuw. Sinds het begin van de jaren negentig beschikt de MIVB over een communicatiedienst voor spoor- en infrastructuurwerken. Deze dienst zorgt ervoor dat alle werfinformatie vóór de aanvang ervan ter beschikking wordt gesteld van de bewoners en handelaars. Tijdens de werken zoekt deze dienst naar oplossingen om de economische en commerciële activiteiten zo goed mogelijk te laten functioneren en is zij het contactpunt voor de omwonenden voor alle problemen die zich tijdens de werfperiode voordoen (b.v. de noodzaak van leveringen of verhuizingen).
Sinds enkele jaren wordt dit informatiesysteem versterkt in het kader van grote werven. Vooral in handelskernen worden aangepaste lokale visuals gebruikt en zijn er acties in samenwerking met de handelaars en is er lokale ondersteuning voor de MIVB-klanten.
In het kader van grote metroprojecten, zoals de huidige
"Toots Thielemans"-werf, was de steun voor het project het voorwerp van de ondertekening van "pacten" met de betrokken autoriteiten. Er zijn een reeks ondersteunende maatregelen die worden uitgevoerd door een team dat voor dit doel is aangewezen en wordt ondersteund door een vastgesteld budget.
Voor almaar meer werven wordt de informatie niet alleen via de traditionele kanalen verspreid, zoals folders in de buurt, maar wordt deze ook via WhatsApp gedeeld. In het geval van de Toots Thielemans-werf vormen de bewoners en winkeliers een panel dat regelmatig bijeenkomt en dat het mogelijk maakt informatie uit te wisselen over de vorderingen van de werf en om de klachten en suggesties van de buurt te horen. Er zijn ook werkgroepen met vertegenwoordigers van de buurt en met alle bevoegde diensten, om de overlast van de werken te compenseren en acties voor te stellen om het leven in de buurt te ondersteunen. De MIVB is zeer aanwezig en toegankelijk op het terrein, met name via een specifieke Ombudsman en een Infopunt.
Het
Wayez-project was het voorwerp van talrijke workshops waarbij buurtbewoners en handelaars werden samengebracht om samen het wegprofiel te vinden dat moest worden uitgevoerd.
Bij het
project voor de nieuwe NOH-tramlijn wordt een bijzonder uitgebreid inspraaktraject gebruikt, en informatie en communicatie naar de omwonenden. Het omvat vertegenwoordigers van de buurtbewoners in de officiële comités ter ondersteuning van het project, naast de vele workshops over de verschillende ontwikkelingsaspecten van het project, informatiebijeenkomsten en de opening van een vast informatiecentrum in de buurt ("infopunt").
Net als bij de "Toots Thielemans"-werf wordt er over het tramproject in NOH uitgebreid gecommuniceerd (onder meer informatie in alle brievenbussen, een website en een Facebook-pagina gewijd aan het project). Tijdens de werfperiode wordt ook specifieke communicatie via WhatsApp opgezet, en is er een ombudsman aangesteld om eventuele vragen of zorgen van omwonenden en handelaars te beantwoorden. Er wordt ook speciale aandacht besteed aan de ondersteuning van deze laatste tijdens de werfperiode en er worden acties ondernomen om de aantrekkelijkheid van de wijk te behouden in overleg met de Stad Brussel en hub.brussels.