Schriftelijke vraag betreffende de steun voor de mobiliteit van studenten ter bestrijding van bestaansonzekerheid.
- Indiener(s)
- Clémentine Barzin
- aan
- Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 1217)
Datum ontvangst: 21/02/2022 | Datum publicatie: 08/06/2022 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 21/22 | Datum antwoord: 18/05/2022 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
01/04/2022 | Ontvankelijk | p.m. |
Vraag | Een jaar geleden hebben wij, samen met een panel van collega's, interparlementaire werkzaamheden verricht op het gebied van bestaansonzekerheid bij studenten.
Hoewel volgens de BDO-studie die in opdracht van de Fédération Wallonie-Bruxelles over dit onderwerp is uitgevoerd, meer dan 40% van de studenten gebruik maakt van bus, tram en/of metro om hun studieplaats te bereiken, is ook duidelijk geworden dat de studenten niet gelijk zijn wat mobiliteit betreft. Wat de voorkeurtarieven betreft, kan alleen het jongste deel van de studentenpopulatie daarvan gebruik maken, want zodra zij de leeftijd van 25-26 jaar hebben bereikt, komen studenten niet meer voor deze tarieven in aanmerking, waardoor een risico van bestaansonzekerheid ontstaat. Half januari 2022 kondigde de regering PS-Ecolo-Défi groots aan dat het jongerentarief, dat al gold voor Brusselaars tussen 12 en 24 jaar, zou worden uitgebreid tot niet studerende jongeren in dezelfde leeftijdscategorie. Zij zullen dus vanaf 1 februari in aanmerking komen voor het tarief van 12 euro per jaar in plaats van het tarief van 499 euro. Mijn vragen zijn de volgende:
Het koppelen van openbaarvervoerkortingen aan leeftijd houdt geen rekening met het feit dat de maatschappij is veranderd en dat mensen soms op "gevorderde" leeftijd weer naar school gaan. Voor studenten die het moeilijk hebben en een nieuwe opleiding zoeken om de arbeidsmarkt opnieuw te betreden, kunnen de kosten van een abonnement op het openbaar vervoer een rem zijn. Daarom dank ik u voor uw antwoorden op deze vragen. |
Antwoord | Armoede bij jongeren is een thema dat mij nauw aan het hart ligt en ik ben tevreden dat ook het parlement aan dit thema werkt. Wat wij in het Nederlands “Vervoersarmoede” noemen, mobiliteitsaspecten die verband houden met armoede, is een thema waar wij sinds het begin van de legislatuur aan werken. Om dit thema echt centraal in het mobiliteitsbeleid te plaatsen, heb ik samen met mijn collega dhr. Maron voorgesteld een “Vervoersarmoedemanager” aan te stellen bij Brussel Mobiliteit in het kader van de begeleidende maatregelen van de LEZ in het kader LEZ-Roadmap. Er hebben al verschillende uitwisselingen plaatsgevonden tussen de armoede-experts en onze kabinetten en besturen om deze maatregelen te verfijnen. In de tussentijd hebben we al enkele maatregelen getroffen, zoals het jongerentarief van 12 euro per jaar van de MIVB of het sociale fietsleasingproject dat eind vorig jaar werd verlengd en uitgebreid. Perspective.brussels voert studies uit over de studentenpopulatie in zijn “Blik op het studentenleven”. Ik verwijs er dus graag naar voor exacte cijfers. Naast de schoolabonnementen zijn er nog andere sociale tarieven voor het MIVB-net. Bovendien heeft de regering in haar regeerakkoord bepaald dat er een aangepast tarief voor jongeren moet komen. De regering was van oordeel dat het ingevoerde tarief het beste was om een groot deel van de jonge reizigers tevreden te stellen. Wat betreft de specifieke steun voor studenten voor het gebruik van de fiets of hun auto. Volgens de armoede-experten is de fiets een “quick win” tegen armoede in Brussel, vooral voor jongeren. Een groot deel van onze bestaande fietsprojecten, zoals de acties om personen op de fiets te krijgen of de fietspunten, zijn al beschikbaar. We hebben zelfs twee fietspunten met Les ateliers de la rue Voot gericht op studenten aan campussen Plaine van de VUB/ULB en Solbosch van de ULB (die laatste wordt zelfs beheerd met een studentenvereniging, de vzw Roue Libre). Er loopt momenteel ook een ruimere studie over de verschillende initiatieven om personen op de fiets te krijgen, de fietsdiensten en de bereikbaarheid met de fiets om al deze initiatieven duidelijker in kaart te brengen en eventuele bijkomende acties voor te stellen. Er wordt daarbij bijzondere aandacht besteed aan de studenten. We werken momenteel ook aan een ruimere studie over het autogebruik, om de mogelijke afhankelijkheid van de auto in kaart te brengen en aanbevelingen te formuleren over maatregelen om het autogebruik te verminderen. |