Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de "socialisatie" van de huurprijzen van de bescheiden huurwoningen die eigendom zijn van de gemeenten, de OCMW's en de gewestelijke Grondregie

Indiener(s)
Joëlle Maison
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 968)

 
Datum ontvangst: 16/07/2022 Datum publicatie: 10/10/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 06/10/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
18/08/2022 Ontvankelijk
06/10/2022 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag   

Overeenkomstig actie 3 van het Noodplan Huisvesting heeft de Brusselse gewestregering beslist een deel van de openbare woningen die beheerd worden door de gemeenten, de OCMW’s en de gewestelijke Grondregie, te "socialiseren". De gezinnen die een bescheiden woning die eigendom is van een van de voornoemde openbare vastgoedoperatoren bewonen of toegewezen krijgen, kunnen voortaan een huurprijs krijgen die dezelfde als die welke ze in de sector van de sociale huisvesting zouden moeten betalen, op voorwaarde dat ze geldig ingeschreven zijn op de wachtlijst van de BGHM voor een sociale woning. Zodra hun huurprijs "gesocialiseerd" is, zal hun kandidatuur automatisch van de wachtlijst worden geschrapt. Het Gewest zal aan de betrokken openbare verhuurder een bedrag betalen ter compensatie van het verschil tussen de oorspronkelijke bescheiden huurprijs en de "gesocialiseerde" huurprijs, berekend op basis van het gezinsinkomen. In het laatste kwartaal van 2021 heeft de gewestregering een proefproject gelanceerd om de huurprijzen te "socialiseren" van de bescheiden woningen die te huur worden gesteld door de Stad Brussel, de gemeente Elsene en hun respectieve OCMW's. Vanaf mei 2022 moet de "socialisatie" van de huurprijzen geleidelijk worden uitgebreid tot de bescheiden huurwoningen van de andere gemeenten, de andere OCMW's en de gewestelijke Grondregie.

In dat verband wens ik u de volgende vragen te stellen:

1- Hoeveel gezinnen voldoen volgens de ramingen van de BGHM en Brussel Huisvesting thans aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor de "socialisatie" van de huurprijzen van de bescheiden woningen die door de gemeenten, de OCMW's en de gewestelijke Grondregie te huur worden gesteld?

2- Hoever staat het met de uitvoering van de "socialisatie" van de huurprijzen voor de bescheiden woningen die eigendom zijn van de gemeenten, de OCMW's en de gewestelijke Grondregie?

3- Kunt u een balans opmaken van het proefproject voor de "socialisering" van de huurprijzen voor de bescheiden woningen die worden beheerd door de gemeente Elsene, de Stad Brussel en de OCMW’s van Elsene en de stad Brussel? Welke lessen heeft de Brusselse regering uit het proefproject getrokken?

4- Is de "socialisatie" van de huurprijzen inmiddels uitgebreid tot de bescheiden woningen die door de 17 overige gemeenten, door de 17 overige OCMW's en door de gewestelijke Grondregie te huur worden gesteld? Hoeveel bescheiden woningen van de gemeenten, de OCMW's en de gewestelijke Grondregie zijn al "gesocialiseerd"? Kunt u een raming geven van de gemiddelde maandelijkse huurvermindering die de betrokken huurders krijgen?

5- Hebben sommige huurders die een bescheiden woning bewonen die door een gemeente, een OCMW of de gewestelijke Grondregie wordt beheerd, de "socialisering" van hun huurprijs geweigerd, omdat ze niet van de wachtlijst voor een sociale woning geschrapt willen worden?

 

 
 
Antwoord    De initiële raming van het aantal te socialiseren woningen voor bescheiden inkomens is gebeurd op basis van cijfers die zijn verzameld en doorgegeven door Brussel Huisvesting, die jaarlijks een kadaster van de woningen van de lokale overheden opstelt.

Momenteel heeft de BGHM nauwkeurige gegevens ontvangen over de woningen voor bescheiden inkomens van 16 partners. Ze heeft deze gegevens kunnen kruisen met de gegevens van huurders die zijn opgenomen in de GGB (wachtlijst voor een sociale woning). U kan de lijst met de partners terugvinden in bijlage 1.

De BGHM kan bevestigen dat momenteel
1934 gezinnen voldoen aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor een gesocialiseerde huurprijs.
Voor de partners in bijlage 2 beschikt de BGHM nog niet over de gegevens die haar in staat stellen de gezinnen die aan de voorwaarden voldoen met elkaar te vergelijken.
Wat betreft het doorvoeren van de socialiseringsregeling voor woningen voor bescheiden inkomens van het OCMW en de Gewestelijke Grondregie: tot nu toe hebben 47 gezinnen ingestemd met de socialisering van hun huurprijs; het betreft huurders van het OCMW van Sint-Gillis en van het OCMW van Elsene.
Momenteel worden 27 dossiers behandeld waarbij de huurprijs wordt berekend, en dit voor Molenbeek en Ganshoren. Sommige dossiers zijn niet volledig.
Voor de andere partners heeft de BGHM nog geen dossiers ontvangen om te analyseren.
Wat uw vragen over het proefproject betreft: dit project is uitsluitend opgezet met de regie van Sint-Gillis en het OCMW van Elsene.
Wat betreft de lessen die uit de ervaringen in Elsene en Sint-Gillis kunnen worden getrokken: het is nuttig eraan te herinneren dat de gezinnen, om een gesocialiseerde huurprijs te kunnen genieten, aan de voorwaarden moeten voldoen en een volledig dossier moeten indienen op grond waarvan de BGHM de huur op basis van het reële inkomen kan berekenen. De huurders zijn vrij om te kiezen of ze al dan niet instemmen met de socialisering.
Eenmaal de dossiers zijn ontvangen, berekent de BGHM de huurprijs en geeft ze deze door aan de gemeentelijke verhuurder. Vervolgens moeten de huurders een aanhangsel bij de huurovereenkomst ondertekenen. De socialisering van de huurprijzen in 2022 hangt dus af van het reactievermogen van de verhuurders en de huurders voor wat betreft de overmaking van de dossiers en de aanhangsels bij de ondertekende huurovereenkomst.
Gezien de lage respons van de huurders (minder dan 40%) na de verzending van een brief om hen te informeren over de socialisering, werkt de Coördinatiecel van het NPH nauw samen met de BGHM en lokale actoren om het proces te verbeteren met betrekking tot het informeren van de gezinnen die in aanmerking komen voor een socialisering van hun huurprijs.
De ervaringen in Sint-Gillis en Elsene zorgen er dus voor dat de belemmeringen voor de samenstelling van de dossiers die nodig zijn voor de berekening van de gesocialiseerde huur en voor het besluitvormingsproces, kunnen worden vastgesteld.

De verklaringen voor de geringe respons zijn hoofdzakelijk de volgende:

- De angst van de huurders die voornamelijk schuilt in het feit dat men een officiële brief ontvangt, dat men de brief niet begrijpt, dat men vreest van woning te moeten veranderen, dat men naar een andere openbare beheerder wordt overgeplaatst, enz. Dit houdt in dat er na de informatiebrief opnieuw contact moet worden opgenomen met de huurders: via telefoon, een herinneringsbrief, een bezoek.
- De mogelijkheid voor het lokaal bestuur om geschikt personeel ter beschikking te stellen voor de contactopvolging (maatschappelijk assistent, huurbeheerder) en om opnieuw individueel contact op te nemen met de huurders die niet hebben gereageerd.

Met betrekking tot uw vraag over de uitbreiding van het mechanisme voor de socialisering van de huurprijzen tot de woningen voor bescheiden inkomens die door de gemeenten, de OCMW's en de Regie worden verhuurd: dit mechanisme is nog niet uitgebreid tot de operatoren van de 19 gemeenten. Bepaalde gemeenten hebben de huisvestingsovereenkomst met het BHG nog niet ondertekend.
Wat het aantal woningen voor bescheiden inkomens betreft waarvan de huur reeds is gesocialiseerd, verwijs ik naar het hierboven gegeven antwoord.

Het gemiddeld maandbedrag van de huurverlaging voor de betrokken huurders varieert sterk naar gelang van het type woning.
Hieronder vindt u onze raming, op basis van de reeds behandelde dossiers:
Ø Voor een studio = € 210,27;
Ø Voor een woning met 1 slaapkamer = € 198,51;
Ø Voor een woning met 2 slaapkamers = € 237,91;
Ø Voor een woning met 3 slaapkamers = € 226,63;
Ø Voor een woning met 4 slaapkamers = € 548,22.
Tot slot moet u weten dat huurders, bij een mogelijke weigering van de gesocialiseerde huurprijs omdat ze niet van de wachtlijst voor een sociale woning willen worden geschrapt, zich niet moeten verantwoorden bij de BGHM. De BGHM beschikt dus niet over deze informatie.