Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de impact van de energiecrisis op de Brusselse administraties

Indiener(s)
Aurélie Czekalski
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 1200)

 
Datum ontvangst: 30/08/2022 Datum publicatie: 18/10/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 13/10/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
12/09/2022 Ontvankelijk
 
Vraag   

De stijging van de energieprijzen treft burgers, KMO's en bedrijven, maar ook de Brusselse gemeenten en administraties.

Sta me toe u de volgende vragen te stellen:

  • Wat is de impact van de stijging van de energieprijzen op de administraties waarvoor u verantwoordelijk bent?

    • op het vlak van management?

    • op het vlak van de kosten?

    • op het vlak van personeel?

    • op het vlak van het halen van deadlines?

    • op het vlak van de uitrol van van nieuwe projecten?

  • Welke mogelijkheden worden er binnen de Brusselse regering onderzocht om de impact van deze stijging van de energieprijzen voor de Brusselse administraties te beperken? Zullen extra begrotingen beschikbaar gesteld worden? Zo ja, wanneer en volgens welke verdeling?

 

 

 
 
Antwoord    1)
Het is omwille van de onvoorspelbare schommelingen van de energieprijzen nog niet mogelijk om de impact van de energiecrisis op de Brusselse besturen voldoende nauwkeurig in te schatten.
Om de verwachte prijsverhoging van de energiefactuur voor de plaatselijke en gewestelijke overheidsinstellingen te drukken en om in het licht van de huidige crisis het goede voorbeeld te geven op het vlak van energiezuinigheid, heeft de regering op de ministerraad van 8 september 2022 haar goedkeuring gehecht aan:
1) een omzendbrief voor de gewestelijke overheden met een aantal richtlijnen om het energieverbruik te verminderen, bestemd voor:
• de verantwoordelijken van de niet-residentiële gebouwen. De richtlijnen bestaan erin het verbruik meer te monitoren om eventuele afwijkingen zo snel mogelijk te kunnen vaststellen, de richttemperatuur voor de kantoorgebouwen tijdens de gebruiksuren in te stellen op maximaal 19 graden, de richttemperatuur van de zwembaden (behalve van de kleine baden) in te stellen op 27 graden, de verwarmingsinstallatie vóór de winterperiode een periodieke EPB-controle te laten ondergaan, de efficiëntie van de verwarming, de ventilatie en het sanitair warm water te controleren, het gebruik van de openbare verlichting te verminderen zonder de veiligheid in het gedrang te brengen, het personeel regelmatig bewust te maken van rationeel energiegebruik, enzovoort;

• de verantwoordelijken van de vervoerplannen. De richtlijnen zijn bedoeld om energiezuinige verplaatsingen van het personeel te bevorderen (door de verplaatsingen met de auto te beperken, fietsen ter beschikking te stellen of het aantal fietsen uit te breiden indien er al beschikbaar zijn), de boodschappen en de maatregelen ter bevordering van de zachte mobiliteit voor de bezoekers bij evenementen te versterken, enzovoort;
2) een omzendbrief voor de plaatselijke besturen met dezelfde voorstellen als in de omzendbrief voor de gewestelijke overheden, maar dan in de vorm van aanbevelingen voor het gedeelte dat bestemd is voor de verantwoordelijken van de niet-residentiële overheidsgebouwen.
Voorts wordt in het kader van de lopende begrotingsgesprekken onderzocht en besproken hoe we de huidige energiecrisis budgettair het best kunnen aanpakken.