Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de cijfers van schoolverzuim in Brussel

Indiener(s)
Kalvin Soiresse Njall
aan
Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 923)

 
Datum ontvangst: 09/10/2022 Datum publicatie: 23/11/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 22/11/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
17/10/2022 Ontvankelijk
22/11/2022 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag   

Het schoolverzuim blijft stijgen. De gezondheidscrisis verergert een reeds alarmerende situatie. Het neemt verschillende vormen aan, afhankelijk van de school- en gezinssituatie van de leerling. Elke leerling die de middelbare school niet afmaakt, loopt het risico op sociale uitsluiting. Net bij deze bevolkingsgroep is het risico op werkloosheid en huisvestingsproblemen het grootst. Dit zijn toekomstige problemen voor het gewest gezien de Brusselse demografie. Het is belangrijk het probleem te identificeren om het op te lossen. Daarom Ik zou graag willen dat u mij de volgende cijfers stuurt:

1. Wat zijn de globale cijfers voor het schoolverzuim in Brussel voor de schooljaren 2020-2021 en 2021-2022?

2. Wat zijn de cijfers sinds het begin van het schooljaar?

3. Wat zijn voor elk van de twee vorige vragen de cijfers voor :

- Relatief schoolverzuim?

- Absolutut schoolverzuim?

- Vroegtijdig schoolverlaten?

4. Kunt u mij gedetailleerde cijfers bezorgen met betrekking tot de drie vorige vragen voor elke gemeente in het Brusselse Gewest?

5. In de gecoördineerde strategie voor de bestrijding van het schoolverzuim die de vorige regering op 26 april 2018 heeft goedgekeurd, wordt onder de doelgroepen de nadruk gelegd op de zogenaamde niet-westerse allochtone groepen, degenen met taalproblemen en degenen met een lagere sociaal-economische status. Hoeveel gezinnen met deze profielen zijn bereikt in het kader van de drie programma's ter bestrijding van schoolverzuim? Hoeveel van hen konden profiteren van steun en coaching als onderdeel van de door de gecoördineerde strategie bevorderde interventie?

 

 

 
 
Antwoord    Ik heb de eer u het volgende antwoord mee te delen:

De indicatoren voor schoolverzuim worden momenteel samengesteld door de Gemeenschappen, die bevoegd zijn voor onderwijs, op basis van criteria en methodologieën die geen systematisch beeld van de gewestelijke situatie mogelijk maken. In functie van deze criteria en methodologieën kunnen de cijfers tussen de Gemeenschappen onderling ook niet te vergelijken zijn. Daarom heeft het Gewest perspective.brussels de opdracht gegeven om samen met de Gemeenschappen gezamenlijke indicatoren voor schoolverzuim te ontwikkelen waarmee de toestand kan worden geëvalueerd en er een beter inzicht in het fenomeen kan worden verworven op het gewestelijk niveau. Deze samenwerking tussen het BISA, de Dienst Scholen van perspective.brussels en de Gemeenschappen loopt momenteel.

Op termijn is het de bedoeling dat we over deze gewestelijke statistieken kunnen beschikken en ze delen op de website
https://schoolinschakeling.brussels/. De cijfers kunnen ook dienen als instrument bij de besluitvorming over de gewestelijke programma’s die inwerken op de schooluitval.

Momenteel bestaan er wel twee meetindicatoren op het niveau van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de ene voor schoolachterstand en de andere voor vroegtijdig schoolverlaten.
De recentste beschikbare gegevens hebben betrekking op het schooljaar 2020-2021. Er verstrijkt immers altijd een zekere tijd tussen het jaar van de meting en het jaar waarin de officiële statistieken worden gepubliceerd.
Zo had volgens het IBSA in 2020-2021 28,9% van de leerlingen in het lager en het secundair onderwijs in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest minstens één jaar achterstand en 9,9% twee jaar of meer.
Daarbij moet worden opgemerkt dat de indicator " schoolachterstand " alleen de achterstand ten opzichte van de wettelijke schoolleeftijd meet. Het is geen indicator om het leervermogen te meten. Een kind is daarbij op schema als zijn leeftijd overeenstemt met de leerplichtige leeftijd voor de klas waarin het staat ingeschreven en heeft een achterstand als het ouder is dan de leerplichtige leeftijd voor de klas waarin het staat ingeschreven.
Voorts moet ook worden opgemerkt dat de beschikbare cijfers voor de leerlingen in het secundair onderwijs betrekking hebben op het gewoon secundair onderwijs, niet op de leerlingen in het alternerend onderwijs, in onthaalklassen (DASPA), in de vierde graad van het gewoon (Franstalig) onderwijs en in het modulair onderwijs, en evenmin op de leerlingen in onthaalklassen (OKAN) en in het derde leerjaar van de derde graad aan Nederlandstalige kant.

Volgens de Enquête naar de Arbeidskrachten van de FOD Economie verliet in 2021 ongeveer 9,1% van de Brusselse jongeren tussen 18 en 24 jaar voortijdig de school, dat wil zeggen dat ze geen diploma hoger secundair onderwijs behaalden en geen enkele vorm van onderwijs of opleiding meer volgden.
Voor het schooljaar 2022-2023 zijn op het niveau van perspective.brussels de cijfers van de Gemeenschappen, die ter zake bevoegd zijn, nog niet binnen voor de Federatie Wallonië-Brussel. Het verzoek is ingediend bij de bevoegde overheden.
Wat het onderscheid naar soort schoolverzuim betreft, behoort de meting van de relatieve en absolute uitval via regionale indicatoren tot de lopende werkzaamheden voor de uitwerking van indicatoren met de Gemeenschappen, omdat zij over de gegevens beschikken.
Op dit moment zijn de gedetailleerde cijfers (een schoolachterstand van één jaar of twee jaar of meer, lager of secundair onderwijs, per woonplaats of schoolopleiding, enz.) beschikbaar op de website van het BISA op het volgende adres: https://bisa.brussels/themas/onderwijs/schoolloopbaan. De voornaamste indicatoren staan vermeld op de website
https://schoolinschakeling.brussels/abc-van-het-welzijn-op-school/cijfers) beheerd door de Dienst Scholen van perspective.

De cijfers over voortijdige schoolverlaters kunnen dan weer worden geraadpleegd op
https://statbel.fgov.be/nl/themas/werk-opleiding/opleidingen-en-onderwijs/vroegtijdige-schoolverlaters. Voor deze laatste indicator laat de steekproeftrekking echter geen analyse per gemeente toe.
De grafiek in bijlage toont het percentage leerlingen met een schoolachterstand van twee jaar of meer in het basis- en secundair onderwijs per woongemeente in 2020-2021. Daarin wordt uitsluitend rekening gehouden met een schoolachterstand van twee jaar of meer, die significanter is voor de moeilijkheden die leerlingen ondervinden bij het voortzetten van hun schoolloopbaan dan de achterstand van één jaar.

Ten slotte heeft de Dienst scholen een dienstenopdracht uitgeschreven voor een evaluatieopdracht van de gewestelijke programma's die tot doel hebben schooluitval tegen te gaan en de ontwikkeling van evaluatietools te ondersteunen. Op grond van de procedure werd de opdracht gegund aan het consortium BDO-Sonecom. De gecoördineerde strategie tegen schooluitval waarvan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering akte heeft genomen, maakt deel uit van het onderzoekskader voor deze opdracht.