Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het toenemend aantal gewelddaden met messen

Indiener(s)
Dominiek Lootens-Stael
aan
Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 950)

 
Datum ontvangst: 29/11/2022 Datum publicatie: 02/02/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 20/01/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
14/12/2022 Ontvankelijk
 
Vraag   

Op maandag 28 november vonden er in het hoofdstedelijk gebied meerdere steekpartijen plaats met verschillende doden en gewonden tot gevolg. Dit korte tijd nadat een politieagent werd gedood en één gewond ook door messteken.

De aanpak van verboden wapens en vooral het verboden dragen en gebruiken van wapens zoals messen is een grote uitdaging.

Gezien de recente feiten die zich echter steeds sneller lijken op te volgen is het aangewezen dit probleem vannabij op te volgen.

Daarom volgende vragen:

  1. Welke prioriteit kent het bestrijden van het dragen van messen als verboden wapen in het Brussels veiligheidsbeleid. Welke afspraken werden hierover gemaakt met betrokken diensten?

  2. Wordt het beleid rond mesdracht en gebruik als verboden wapen geëvalueerd? Wat zijn op dat vlak de recente bevindingen? Hebben de politiezones bepaalde analyses op de evolutie van de situatie?

  3. Graag cijfers van 2019 tot heden over:

    1. Het aantal inbeslagnames van messen als verboden wapens.

    2. Het aantal individuen dat bij gerichte controles door de politiezones wordt gecontroleerd.

    3. Het aantal individuen dat bij een toevallige controle op de onwettige dracht van een mes werd betrapt.

    4. Het aantal gewonden en doden dat in de publieke en semi-publieke ruimte tijdens die periode is gevallen, per kwartaal en per politiezone.

 

 

 
 
Antwoord    Ik heb de eer u de volgende elementen van antwoord mee te delen:

In de eerste plaats wijs ik erop dat het Gewest geen bevoegdheden heeft inzake operationeel beheer van de politiezones.

In thema 2 “polarisering en radicalisering” van het Globaal Preventie- en Veiligheidsplan worden de politiezones aangemoedigd om de lokale acties te optimaliseren door een systeem van coördinatie van de projecten en evaluatie. Bijzondere aandacht dient daarbij volgens het Plan uit te gaan naar geweld tegen preventie-, veiligheids- en hulpdiensten.

Anderzijds ontvangen de politiezones een subsidie die bestemd is om hun bijdragen aan het GPVP (2021-2024) te financieren, wat meer bepaald de thema’s 2, 5 en 8 betreft, die handelen over het fenomeen van het al dan niet verboden wapengebruik.


De politiezones houden de vinger aan de pols via punctuele en structurele bevragingen van verboden wapenbezit en steekincidenten.


Binnen de zones zijn het de Lokale Buurtnetwerken die dit fenomeen met gerichte analyses opvolgen. Het Lokaal Buurtnetwerk deelt deze informatie met zijn gelijken en dank zij deze analyses slagen de diensten erin hun inspanningen gerichter te sturen, met dien verstande dat dit soort wapens vaak louter toevallig worden ontdekt of naar aanleiding van andere inbreuken in de strijd tegen verboden wapens.

De zones werken aan de hand van een multidisciplinaire benadering gericht op groepen daders, in functie van de criminele activiteiten die worden waargenomen op het grondgebied of in de context van specifieke thema’s. Er is geen specifieke aanpak voor messen.

Over het bezit en het gebruik van messen in Brussel sinds 2019 heeft het Gewest geen nadere gegevens.