Schriftelijke vraag betreffende het aantal gezinnen dat opnieuw is gehuisvest na een onbewoonbaarverklaring
- Indiener(s)
- Zoé Genot
- aan
- Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 1085)
Datum ontvangst: 23/12/2022 | Datum publicatie: 20/03/2023 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 22/23 | Datum antwoord: 09/03/2023 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
13/01/2023 | Ontvankelijk | |||
09/03/2023 | Bijlage aan het antwoord | p.m. | Bijlage |
Vraag | Volgens een studie van de Brusselse bond voor het recht op wonen over de onbewoonbaarheid van woningen heeft de ongezonde huisvesting heeft de DGHI (Directie Gewestelijke Huisvestingsinspectie), een spilfiguur in het gewestelijke overheidsoptreden tegen slechte huisvesting, sinds haar oprichting in 2003 en tot op heden ongeveer 7.800 woningen geïnspecteerd, waarvan 99% na onderzoek niet conform bleek te zijn en dus in strijd met de verplichtingen van de Huisvestingscode. Wanneer de woning niet aan de eisen voldoet en onveilig is, moeten de gezinnen verhuizen en moeten er herhuisvestingsoplossingen worden gevonden. Mijn vragen zijn de volgende: Sinds 2019, per jaar, -Hoeveel gezinnen hebben hun woning moeten verlaten na een onbewoonbaarverklaring? Hoeveel gezinnen hebben een andere woning toegewezen gekregen?
|
Antwoord | Ik heb de eer u het volgende antwoord mee te delen: Met betrekking tot het aantal gezinnen dat hun woning heeft moeten verlaten na een vaststelling van onbewoonbaarheid van hun woning, moet u weten dat de cijfers die ik u geef alleen betrekking hebben op de door de Directie Gewestelijke Huisvestingsinspectie (DGHI) opgelegde verhuurverbodsbeslissingen, aangezien ik geen zicht heb op andere soorten bestuurshandelingen (bv.: gemeentebesluiten). Hieronder vindt u de cijfers: In 2019: 336 In 2020: 181 In 2021: 244 In 2022: 308 Er moet ook worden opgemerkt dat een vaststelling van onbewoonbaarheid niet altijd noodzakelijkerwijs tot een verhuizing leidt. De woning kan op het moment van deze beslissing immers leegstaan of, in zeldzame gevallen, snel in overeenstemming worden gebracht met de normen. Er mag geen link worden gelegd tussen het aantal beslissingen tot verhuurverbod en het aantal geherhuisveste personen. De DGHI beschikt niet over de cijfers betreffende het aantal geherhuisveste gezinnen. In de bijlage vindt u echter het aantal huur- en verhuistoelagen die in het kader van het solidariteitsfonds zijn toegekend. Om tot slot te antwoorden op uw laatste vraag: mijn bestuur beschikt niet over gedifferentieerde statistieken in verband met huurders met een handicap. Dit zijn gevoelige persoonsgegevens die niet noodzakelijk zijn voor de verwerking van aanvragen voor het verkrijgen van toelagen van het Gewestelijk Solidariteitsfonds. |