Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de Beliris-projecten

Indiener(s)
Christophe De Beukelaer
aan
Sven Gatz, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel (Vragen nr 592)

 
Datum ontvangst: 24/03/2023 Datum publicatie: 23/05/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 03/05/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
30/03/2023 Ontvankelijk
 
Vraag    Op 23 maart vernamen wij via de pers dat uw regering wilde onderhandelen over een hertoewijzing van de Beliris-enveloppe om het project voor de uitbreiding van de Metro Noord te ondersteunen.

In uw antwoord op de actualiteitsvraag tijdens de plenaire vergadering van 24 maart 2023 verklaarde u dat op 1 januari 2023 een bedrag van 493 miljoen euro van de Beliris-enveloppe nog niet was vastgelegd voor verschillende projecten.

De dag voordien had u van de regering - evenals de minister van Mobiliteit en de minister-president - een mandaat gekregen om te onderhandelen met het federale niveau.

  • Wat is de lijst van de projecten waarvoor het bedrag van 493 miljoen euro nog niet is vastgelegd?

  • Hoeveel zou Beliris bijdragen aan elk van deze projecten?

  • Welke andere spelers - indien die er zijn - financieren deze projecten?

 

 
 
Antwoord    De op 1 januari 2023 beschikbare saldo's vertegenwoordigen een totaalbedrag van 492.979.907,34 euro. Dit bedrag komt overeen met de gecumuleerde overdrachten van het federale Belirisfonds sinds zijn oprichting.

De werking van de begrotingsfondsen wordt toegelicht in artikel 45 van de gecoördineerde wetten op de staatsboekhouding van 17 juli 1991.

Bijgevolg is het niet mogelijk om ex nihilo en op dit niveau een lijst van projecten af te zonderen, aangezien de begrotingsuitvoering van het fonds evolueert via meerjarige wijzigingen, de evolutie van de projecten en de vastleggings- en liquidatieschema's.

Over de wijzigingen wordt onderhandeld tussen het Brussels gewest enerzijds en het federale niveau anderzijds via het Overlegcomité.

Het bestaan van een begrotingssaldo impliceert dat er geen concrete projecten aan gekoppeld zijn door een gedetailleerd en gebudgetteerd programma, vertaald in een aanhangsel, maar dat het hier gaat om zowel het gecumuleerde als het resterende bedrag dat volgt op de voeding van het fonds gedurende 30 jaar.

Over het gebruik van de middelen van het fonds wordt beslist door het Overlegcomité bedoeld in artikel 43 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de Brusselse instellingen.