Schriftelijke vraag betreffende de naleving door de administraties en diverse instanties van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van de omzendbrief die oproept tot 5% besparingen
- Indiener(s)
- Clémentine Barzin
- aan
- Sven Gatz, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel (Vragen nr 668)
Datum ontvangst: 16/10/2023 | Datum publicatie: 27/11/2023 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 23/24 | Datum antwoord: 17/11/2023 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
18/10/2023 | Ontvankelijk | Uitgebreid Bureau van het Parlement |
Vraag | Begin dit jaar vroeg uw kabinet via een omzendbrief de verschillende administraties en instellingen van openbaar nut (ION) in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om 5% te besparen. In een interview met L'Écho eind september legde u uit dat verschillende hoge ambtenaren geweigerd hadden om deze omzendbrief toe te passen en dat sommige administraties zelfs geen besparingsvoorstellen hadden gedaan.
|
Antwoord | Ik heb de eer u het volgende antwoord mee te delen: Antwoord op vraag 1: De circulaire had enerzijds een verplichtend karakter en anderzijds was er ook de mogelijkheid voor de administraties om mits een gemotiveerde nota af te wijken van de gevraagde inspanning van 5% en in dit geval alternatieven voor te stellen. Ik heb na de administratieve fase moeten vaststellen dat van de afwijkmogelijkheid weinig of geen gebruik is gemaakt. Wat ik ten stelligste betreur. Langs de andere kant, ter nuancering van het voorgaande, hebben de leidend ambtenaren weinig of geen ervaring met het feit dat er al in de administratieve fase wordt gevraagd om besparingsvoorstellen voor te leggen. We zouden kunnen concluderen dat er door de leidend ambtenaren een afwachtende houding is aangenomen. Hieruit moeten we lessen trekken en al vanaf het begin van de nieuwe legislatuur én dit in een meerjarig perspectief, dienen de begrotingscontouren worden vastgelegd. Antwoord op vraag 2: De circulaire van 11 mei 2023 had tot doel om in een administratieve fase van de begroting de te leveren budgettaire inspanning van 583,9 miljoen euro te schetsen. De Regering vroeg vervolgens aan elke administratie en instelling om manieren te vinden om 5% te besparen op de SEC-uitgaven van de initiële begroting 2023, met uitzondering van de investeringen. De legitimiteit van dit verzoek is niet in vraag gesteld voor zover de politieke fase nota heeft genomen van de terugkeer van de administratieve fase, die overeenkomt met de gebruikelijke begrotingscyclus. Antwoord op vraag 3: Elke toezichthoudende minister zal voor zijn of haar administratie moeten beoordelen of de circulaire is opgevolgd en kan autonoom beslissen om deze vraag, indien nodig, door te verwijzen naar de evaluatie van de directiemandataris van de betrokken instelling. Antwoord op vraag 4: Het gaat hier over interne administratieve gegevens die ik omwille van de vertrouwelijkheid en bescherming van het individu niet zal vrijgeven. Het is aan elke bevoegde minister om zijn of haar conclusies te trekken zoals ik geantwoord heb op vraag 3. Antwoord op vraag 5: In overeenstemming met de begrotingscyclus heeft de politieke fase maatregelen genomen en de begroting goedgekeurd die zal worden gepresenteerd en besproken in het Parlement. Deze debatten zullen voor elke minister een gelegenheid zijn om vragen te beantwoorden over de ontwikkeling van de kredieten voor elke instelling en elke structuur waarover ze toezicht houden. |