Schriftelijke vraag betreffende de impact van de energieprijzen op de Brusselse bedrijven.
- Indiener(s)
- Aurélie Czekalski
- aan
- Barbara Trachte, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Economische Transitie en Wetenschappelijk Onderzoek (Vragen nr 800)
Datum ontvangst: 27/10/2023 | Datum publicatie: | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 23/24 | Datum antwoord: 14/02/2024 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
10/01/2024 | Mondelinge vraag omgevormd tot schriftelijke vraag | p.m. | ||
12/01/2024 | Ontvankelijk | p.m. | ||
14/02/2024 | Bijlage aan het antwoord | p.m. | Bijlage |
Vraag | Begin oktober meldde de pers dat Belgische bedrijven een groot concurrentienadeel ondervinden door de hoge energiekosten. Uit een studie van KPMG, in opdracht van Febeliec, blijkt dat fabrikanten niet langer wensen te investeren in een verhoging van de productiecapaciteit in België, behalve in de farmaceutische sector.
Hoge energiekosten hebben een negatieve impact op de competitiviteit van Belgische bedrijven. Ze verhogen de productiekosten, waardoor Belgische producten minder competitief worden op de internationale markt. Dit kan leiden tot een verlies van marktaandeel, lagere winsten en, in sommige gevallen, delokalisatie. Gebrek aan investeringen in nieuwe productiecapaciteit is een ander gevolg van de hoge energiekosten. Belgische bedrijven kunnen niet investeren in nieuwe technologieën of productieprocessen, waardoor ze niet competitief kunnen blijven. Er zijn verschillende mogelijke oplossingen om de situatie te verhelpen. Een ervan is het verlagen van de energiekosten voor Belgische bedrijven. Dit kan door de energieheffingen te verlagen of investeringen in energie-efficiënte technologieën te subsidiëren. Een andere oplossing is de invoering van een duidelijke en stabiele energiestrategie. Dit zou bedrijven in staat stellen hun investeringen op lange termijn te plannen en het hoofd te bieden aan de risico's die gepaard gaan met volatiele energieprijzen. Op het gevaar af dat bedrijven Brussel verlaten, moeten er dringend maatregelen worden genomen om de situatie te verbeteren. Minister, ik zou u de volgende vragen willen stellen:
|
Antwoord | Ik nodig u uit om mijn collega, minister Alain Maron, te vragen naar de energiestrategie, en in het bijzonder naar de contacten met de federale regering. Wat de impact van de prijzen op de Brusselse ondernemingen betreft: Volgens het BISA zijn de economische activiteiten van het Gewest vooral afhankelijk van elektriciteit (49% van de energiekosten van ondernemingen in 2019) en iets minder van olie (43%) of gas (8%). Een aantal sectoren wordt meer getroffen door de stijgende kosten, zoals: - het transport; - de verwerkende industrie; - de horeca; - de culturele en recreatieve activiteiten; - bepaalde bouwactiviteiten (productie van materialen); - leasing van voertuigen; - medisch-sociale en maatschappelijke activiteiten met logies. Volgens Statbel is de stopzettingsgraad van ondernemingen tussen 2021 en 2022 echter niet significant gestegen. Dat is grotendeels te danken aan de vele maatregelen die zowel de federale als de gewestelijke overheden hebben genomen: moratoria op faillissementen, feitelijke moratoria van de fiscale administratie en de RSZ, tijdelijke werkloosheid, economische steunmaatregelen voor sectoren die getroffen zijn door covidgerelateerde sluitingen en door de stijging van de energieprijzen, enzovoort. Hoewel het duidelijk is dat veel ondernemingen hard zijn getroffen door de plotselinge stijging van de energieprijzen in 2022 en de daaruit voortvloeiende gevolgen voor andere economische componenten, is er nog geen sprake van een significante toename van het aantal faillissementen of stopzettingen van activiteiten. Bovendien heeft de energiecrisis de groei van de totale populatie van ondernemingen in het Brussels Gewest niet tegengehouden (+9,4% tussen januari 2019 en augustus 2023). |