Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de parkeerplaatsen in gebouwen met meerdere wooneenheden

Indiener(s)
Aurélie Czekalski
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 570)

 
Datum ontvangst: 11/01/2022 Datum publicatie: 22/02/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 16/02/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
21/01/2022 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag   

In artikel 61 van Titel VIII van de GSV wordt het aantal plaatsen parkeerplaatsen per gebouw bepaald.meerdere wooneenheden :

 Dit betekent dat voor een gebouw met 27 appartementen een ondergrondse parkeergarage met 27 plaatsen nodig is.

Deze regel kan nadelig zijn voor de creatie van collectieve woningen of voor huisvesting, in het stadscentrum bijvoorbeeld. Normaliter kan echter een vrijstelling worden verkregen afhankelijk van de beschikbaarheid van parkeergelegenheid op straat, de bereikbaarheid met het openbaar vervoer en het mobiliteitsprofiel van de beoogde bewoners.

Graag een antwoord op volgende vragen:

  • Wordt een aanpassing van dit artikel van de GSV aan de realiteit ter plaatse gepland? Zo ja, wanneer en hoe zal dit artikel van de GSV worden aangepast? 

  • Hoeveel vrijstellingen werden sinds 2019 aangevraagd? Wat is de verdeling per jaar?

    • Hoeveel werden er toegekend?

    • Welke redenen werden opgegeven voor de weigeringen?

 

 
 
Antwoord    De gewestelijke stedenbouwkundige verordening (GSV) wordt momenteel binnen de regering herzien.


In de discussie in dit verband staan o.m. de normen voor off-streetparkeren centraal.


We herinneren eraan dat de regering een Expertencommissie heeft opgericht om te onderzoeken wat de stand van zaken is op regelgevend vlak en wat de impact van deze GSV-hervorming is. Tegelijk dient deze commissie de aanzet te geven tot relevante oplossingen voor de vastgestelde problemen.

Voor de GSV-hervorming werden vier thema's essentieel bevonden. Een ervan betrof de drempelwaarden die bij woningen worden gehanteerd voor het off-streetparkeren.

Op basis van het rapport van de Expertencommissie en van de gewestelijke beleidsverklaring heeft de Regering in december 2021 de algemene en specifieke oriëntaties van de toekomstige GSV goedgekeurd.
Bij de specifieke oriëntaties hoort het gedeeld gebruik en de rationalisering van parkings en het aanzetten tot actieve mobiliteit. De Regering richt zich op de volgende pistes, die aan de administraties werden bezorgd om ze te verwezenlijken:

- het aantal parkeerplaatsen dat een project dient te voorzien, aanpassen in functie van de buurt en van de bereikbaarheid ervan;
- een dynamische databank met cartografische gegevens van het aantal beschikbare plaatsen on- en off-street per wijk opstellen in samenwerking met de betrokken besturen;
- elke aanvrager het aantal parkeerplaatsen (hoger of lager dan het referentiecijfer) laten verantwoorden, afhankelijk van de mobiliteitsoplossingen die in het project en in de buurt aanwezig zijn;
- het gebruik van de off-streetparkeerplaatsen delen en rationaliseren op basis van het aantal te verwezenlijken plaatsen in functie van een maas binnen een wijk;
- actieve en gedeelde mobiliteit stimuleren door tegelijk met de ontwikkeling van de actieve en duurzame mobiliteitsvormen bij het ontwerp van een gebouw voldoende beveiligde en praktische parkeerplaatsen te voorzien voor het aantal gebruikers;

De werksessies over de GSV tussen besturen zijn aan de gang en brengen de vertegenwoordigers van de Brusselse gemeenten en de gewestbesturen samen.

Tijdens deze vergaderingen werd een eerste ontwerptekst aan de deelnemers voorgelegd. Die tekst herneemt globaal de door de Regering voorgestelde pistes.

De laatste besprekingen gingen over de off-streetparkeernormen, maar er is momenteel geen afgeronde tekst die ik met u zou kunnen delen.

We verwachten het proces tegen de zomer af te ronden.


Urban beschikt op dit moment niet over statistieken over het aantal afwijkingen die aan dit artikel van de GSV worden toegekend.

De GSV bepaalt in zijn artikel 6 van Titel VII dat minstens een en maximum twee parkeerplaats(en) per woning moet(en) worden voorzien.

Artikel 7 van dezelfde titel voorziet dat een vrijstelling hiervan kan worden bekomen voor de gebouwen met meerdere woningen, gebouwd door een sociale huisvestingsmaatschappij of ermee gelijkgesteld, en voor de collectieve woongebouwen, gemeubelde woningen, residenties voor ouderen, studentenwoningen die eigendom zijn van een publiekrechtelijke persoon of een rechtspersoon van openbaar nut.

In de meeste van deze gevallen wordt de vrijstelling toegekend.

Wat de afwijkingen betreft die in artikel 6 worden toegekend: deze worden beoordeeld volgens de ligging van het project (in zone A, B of C), de toegankelijkheid in het algemeen, het aanbod qua openbaar vervoer en het mobiliteitsprofiel van de beoogde bewoners. Zo wordt voor de projecten in zone A vaak een afwijking toegekend die leidt tot een verhouding van 0.7, soms zelfs van 0.5 in bepaalde wijken in het stadscentrum. Afwijkingen worden dus niet zo vaak geweigerd.


De afwijkingen worden ook beoordeeld op basis van de eigenheid van een perceel. Enkele voorbeelden:

- een coherent project voor een appartementsgebouw, goed aan de context aangepast, maar waar het perceel te smal is voor tegelijk een toegangshelling en een parking die beide functioneel zijn, en ook nog een kwaliteitsvolle en gezellige benedenverdieping, die niet enkel uit een smalle gang en een garagepoort bestaat dus.
- een gebouw waarvan de parking, om het conforme aantal plaatsen te kunnen voorzien, te diep zou moeten zijn en zo teveel ten koste zou gaan van het binnenterrein van het huizenblok en van de landschappelijke kwaliteiten.
- een hoekgebouw waar de toegangen/uitgangen de veiligheid van de openbare ruimte in gevaar brengen.
- een perceel waar een constructie ter hoogte van het souterrain of van het 2e souterrain moeilijk realiseerbaar zou zijn als gevolg van het grondwaterniveau.
- een gebouw met 2 of 3 woningen, waar de parkingtoegang enerzijds ten koste gaat van een parkeerplaats op de openbare weg en anderzijds leidt tot een ongezellige benedenverdieping die niet bruikbaar is voor andere functies.
- een gebouw waarvan de enige mogelijkheden zouden zijn achtereenvolgende individuele garages op de benedenverdieping en dus een opeenvolging van garagepoorten, wat te nefast is voor de verhouding van het gebouw met de openbare ruimte.